Bedelaar

Bedelaar

In de 16e eeuw waren er twee grote groepen bedelaars: soldaten die door de oorlog invalide zijn geworden en leeglopers die teren op de zak van hun medeburgers. Er waren echter nog andere bedelaars. Velen onder hen waren buiten hun schuld in financiële moeilijkheden geraakt. Armoede kon vrijwel iedere burger treffen; onder bedelaars trof je dan ook de meest uiteenlopende lieden aan.

Gegoede lieden hadden de neiging om alle bedelaars over één kam te scheren en ze te beschouwen als schorriemorrie waar je liever aan voorbij liep. Je kon niet zien of de eenarmige bedelaar op de stoep van de kerk werkelijk een oorlogsinvalide was, of een simulant die zijn arm op de rug had gebonden. En de hoogzwangere bedelares op het marktplein was misschien al jaren hoogzwanger, en kon evengoed een verklede man zijn. Geld geven aan de armen was christenplicht, maar geld geven aan oplichters ging ook de meest welwillende burger snel tegenstaan.

Je bedelt door Kaeskoppenstad. Bedenk goed wat voor bedelaar je bent. Als je veel over jezelf kunt vertellen aan voorbijgangers over waarom je bedelt krijg je meer los! Als je ervoor kiest om een ‘simulant’ te zijn, dus iemand die zich voordoet als een invalide, dan kun je daar veel grappen mee uithalen door bijvoorbeeld eerst op de grond te zitten en te vertellen dat je niet meer kunt lopen. Zodra je geld hebt gekregen kun je dan bijvoorbeeld wegrennen. Maar ook de act van een meelijwekkende bedelaar is mooi om te spelen. Kun jij de mensen zo overtuigen van jouw droevige situatie? Door te huilen en te jammeren en te smeken? Een lastige maar wel uitdagende taak in Kaeskoppenstad!